Cellen zijn de kleinste bouwstenen van leven. Elke cel is ergens in gespecialiseerd (licht opvangen, uitrekken). Er zijn bijvoorbeeld spiercellen en botcellen.
Een weefsel is een groep cellen die samenwerken aan een taak. Ze hebben dezelfde vorm (bouw) en taak (functie).
Organen kunnen uit één of meerdere weefsels bestaan die samen 1 of meer functies uitvoeren. Zoals het hart, longen, etc.
Een orgaanstelsel bestaat uit meerdere organen die met elkaar samenwerken. In het stelsel voor ademen zitten de longen, luchtpijp, mond,…. Je moet de algemene taak van een stelsel kennen.