De persoonlijk voornaamwoorden gebruik je in combinatie met een werkwoord. Deze persoonlijke voornaamwoorden zijn in een zin het onderwerp. In het Duits noemen we dat de Nominiativ ofterwel de eerste naamval.
Het onderwerp vind je door de volgende vraag te stellen: wie+ persoonsvorm (of gezegde)
Er hat ein geschek bekommen.
> hij heeft een cadeau gekregen.
Dus: wie heeft gekregen? (heeft gekregen = w.w.gez.)
hij.=Er.(onderwerp/ eerste naamval)